Zabib: De Balans tussen moederschap en activisme in Zuid-Soedan

Dit verhaal staat in het kader van Internationale Vrouwendag op 8 maart 2023. Zabib is een vrouwenrechtenactiviste uit Zuid-Soedan. Ze verbleef in 2022 in Shelter City Rotterdam, met steun van Humanitas Rotterdam en de gemeente Rotterdam. Naar aanleiding van haar tijd in Nederland met Shelter City besloot Zabib haar ervaring te delen over het balanceren van de extreme eisen van haar werk met het gezinsleven. 

Zabib is moeder van twee jonge kinderen en oprichter en directeur van Women for Justice and Equality. Ze is gevestigd in Juba, Zuid-Sudan, een land waar vrouwen voor buitengewone uitdagingen staan: het aantal gevallen van seksueel en gender gerelateerd geweld is een van de hoogste ter wereld; kansen op onderwijs zijn schaars; wetten en patriarchale normen beperken de mogelijkheden van vrouwen om land te erven, een bedrijf te beginnen, en leiding te geven in een openbare aangelegenheden. “Zelfs jezelf ‘feministe’ of ‘activiste’ noemen in Zuid-Sudan is een probleem", geeft Zabib toe.

"Activiste zijn mag vrouwen er niet van weerhouden kinderen te krijgen, en kinderen krijgen mag vrouwen er niet van weerhouden activistisch te zijn. Laten we niet opgeven. De uitdaging is reëel, maar vrouwen mogen niet accepteren dat er van hen wordt geprofiteerd. Als je kunt spreken, spreek dan. Als je niet kunt spreken, vertel het een zuster, vertel het iemand. Alsjeblieft, vrouwen, laten we het zusterschap hebben dat nodig is zodat we onszelf kunnen helpen”

De risico's

Zuid-Soedan werd in 2011 onafhankelijk van Soedan en is daarmee de jongste soevereine staat ter wereld. De Britse koloniale periode werd gekenmerkt door ernstige onderontwikkeling, maar ook de recente geschiedenis is bezoedeld met etnisch geweld, oorlog en mensenrechtenschendingen. Binnen deze omstandigheden strijdt Zabib voor gerechtigheid voor de overlevenden van gender gerelateerd geweld, ondersteunt ze economische emancipatie voor vrouwen en pleit ze voor het opnemen van vrouwenstemmen in de vorming van nationaal beleid en de grondwet.

Mensenrechtenverdedigers worden steeds vaker geconfronteerd met gewelddadige pogingen om hen ervan te weerhouden mensenrechtenschendingen aan internationale organisaties te melden. Dit betekent dat Zabib zich elke dag zorgen maakt over wat er met haar kinderen zou gebeuren als ze wordt gearresteerd of verdwijnt. Deze angst is niet ongegrond: Zabib heeft al vaker bedreigingen ontvangen als direct gevolg van haar juridische inspanningen om de rechten en eigendommen van een gemeenschap in Juba te beschermen. Bijvoorbeeld het moment dat een lokale overheid probeerde om een hele gemeenschap met geweld van hun land te verdrijven. Zabib begon als tegengeluid met haar organisatie een campagne en klaagde uiteindelijk de betrokken ambtenaren aan. Deze zaak werd niet alleen verworpen, maar leidde ook tot bedreigingen om haar huis te vernietigen: “Als ze je niet kunnen pakken, zoeken ze een andere manier om je stem te verzwakken. Ik maak me voortdurend zorgen dat mijn kinderen het volgende doelwit kunnen zijn.”

Dagelijkse strijd voor evenwicht

“Als ik aan mijn kinderen denk, denk ik aan stoppen en loslaten. Maar als er vervolgens iemand op mijn deur klopt, dan moet ik iets doen. Die persoon heeft hulp nodig, die persoon heeft psychosociale steun nodig, die persoon is misbruikt, ik kan dan niet stil blijven zitten. Soms wil ik stoppen, maar ik hou van wat ik doe als werk. Ik hou van activisme.”

Een deel van de druk die Zabib ervaart is ontstaan vanuit het beeld van wat een vrouw zou moeten zijn en doen. Zabib vertelt dat mensen altijd verwachten dat een vrouw de voornaamste verzorger in huis is, zeker wanneer een gezin zo groot is als dat van haar. Buitenshuis werken wordt door velen gezien als een egoïstische bezigheid, zonder oog voor de behoeften van haar man en kinderen.

"Door al die druk voel je je soms geïsoleerd. Als je er te veel aan denkt, raakt het je. Je denkt dat ze je haten, dat je gewoon een slecht mens bent. En in mijn cultuur zijn vrouwen die vrijuit spreken een grote bedreiging. Maar als je je richt op hoe mensen over je denken, dan lijd je daar de rest van je leven onder."

Zelfzorg

Vóór haar samenwerking met Shelter City besteedde ze weinig aandacht aan zaken als zelfzorg. “De eerste jaren hield ik mijn telefoon naast mijn kussen. Ik werd altijd wakker en reageerde op alles.” Nu heeft ze 's ochtends voor ze naar haar werk vertrekt een fijn ritme waarin ze de tijd neemt om te sporten en met haar kinderen te zijn. “Aan het eind van de dag, als de kinderen slapen en de wereld stil is, ga ik in meditatie om me voor te bereiden op de volgende dag. Ik heb geleerd dat je andere mensen niet kunt helpen als je zelf niet in opgeladen bent.”

Zabibs man is een zakenman, een moslimman die zelf sociale druk ervaart "om zijn vrouw in toom te houden". Ze beschrijft dit als een onderdeel van haar succes in het vinden van een balans tussen werk- en privéleven. Zabibs man begrijpt en steunt haar op de momenten dat dat nodig is: “Hij is meestal ondersteunend. We bespreken alles en delen ideeën met elkaar.” Zabib’s man is gewend om voor de kinderen te zorgen wanneer zij van huis is en zo ook gedurende de drie maanden dat ze weg was naar Nederland. Daarvoor had ze in vijf jaar geen echte vakantie gehad.

Een activiste in wording

Zabib is midden dertig en leidt al zeven jaar haar mensenrechtenorganisatie. Als één van acht broers en zussen werd ze vanaf haar vierde jaar (zoals in veel delen van Afrika gebruikelijk is) opgevoed door haar oom en tante van moederskant. Haar moeder overleed toen ze negen jaar oud was. “We zijn met acht broers en zussen, zeven meisjes en één jongen. Ik ben zesde, maar door - ik wil het niet mijn scherpte noemen – de manier waarop ik ervoor gekozen heb mijn leven te leiden als activiste, word ik geacht de familiezaken op te lossen.”

Op haar zestiende overleed Zabibs oom. Dit leidde ertoe dat het gezin uit haar ouderlijk huis werd gezet en er ook geen ruimte meer was voor schoolgeld. Ze werkte hard om haar eigen boontjes te doppen, zelfs toen het haar zwaar werd gemaakt door de burgeroorlog in Zuid-Soedan. Ze heeft gewoond en gestudeerd in Nairobi in Kenia, en Kampala in Oeganda en behaalde uiteindelijk een master in mensenrechten en bestuur.

Een verlangen naar verandering

Zabib was zich van jongs af aan bewust van de scheve verhoudingen tussen de rechten voor vrouwen en mannen. Een van de oudere zussen van Zabib is misbruikt gedurende de tijd dat ze bij andere familieleden woonde. Dit is iets wat nooit openlijk werd besproken: Zabib werd door haar oom en tante gestimuleerd om een opleiding te volgen en leerde het belang van zelfredzaamheid, maar geen enkele volwassene sprak ooit over zaken als verkrachting of misbruik.

“Activisme, of eigenlijk feminisme, is geen cultuur die we hebben in Zuid-Soedan. Het is een nieuwe taal in onze samenleving, iets wat mensen moeten leren.” Deze taal –vrouwenrechten en de macht die vrouwen kunnen hebben – heeft Zabib zelf leren spreken door te spreken met vriendinnen en vrouwelijke docenten in Kampala. Sindsdien richt ze zich op het creëren van een betere wereld voor alle vrouwen: voor haar eigen kinderen evenals voor de basisgemeenschappen van Zuid-Sudan.

Haar boodschap aan andere moeders die worstelen om hun activisme in evenwicht te brengen met hun gezinsleven is eenvoudig: “Activiste zijn mag vrouwen er niet van weerhouden kinderen te krijgen, en kinderen krijgen mag vrouwen niet weerhouden van hun activistische werk. Laten we niet opgeven. De uitdaging is groot, maar als je kunt spreken, spreek dan. Als je niet kunt spreken, vertel het een zuster, vertel het iemand. Alsjeblieft, vrouwen, laten we het zusterschap hebben dat nodig is zodat we onszelf kunnen helpen.

Dit artikel is oorspronkelijk geschreven door Diane Lemieux

Justice & Peace